Vakantiecolumn: fietsen en inclusiviteit
Het was een mooie vakantieweek in Drenthe, de fietsgekke en fietserslievende provincie met zijn prachtige hunebedden. Het was heerlijk fietsen over de wat smalle asfaltweggetjes en soms ook over schier onbegaanbaar smalle paadjes. Smalle paadjes waarop de achterwielen van de ligfiets zich als het ware vastzuigen in het gras en soms ook in het zand aan de zijkant.
Wennen
Toen ik aan dit verhaal begon kwam telkens de zin ‘voor sommige mensen is het wennen’ naar boven. Het zijn immers smalle paden, je ontmoet tegenliggers en telkens kijk je zelf hoe die mensen tegemoet te fietsen. Zien ze dat je wat breed bent? Dat je niet voor niets in een ligfiets zit? De meeste mensen zeker wel. Je hebt je licht aan en achter een geel vlaggetje, samen met de noodzakelijke kruk. Dat valt op. Soms gaan tegenliggers aan de kant staan, groeten heel vriendelijk en vinden het soms zelfs stoer dat je dat überhaupt durft te doen. Je houdt volledig rekening met elkaar, heel inclusief: de gezellige fietser stapt af, kijkt je aan, zegt top en maakt ruimte.
Breed
Het is geen garantie. Ook in Drenthe ontmoette ik strakke, soms boze gezichten. Een enkele keer werd er zelfs geroepen, gezegd, gemompeld, zoiets van: ‘Is jouw fiets niet wat te breed om hier te mogen fietsen?’ Alsof smalle fietspaden exclusief voor hen zouden zijn…. Tijd voor een gesprek hebben deze fietsers, meestal ongehelmd en zwaar gemotoriseerd, niet. Ze zijn geobsedeerd door hun rijwiel, de snelheid moet immers in toom worden gehouden, wat niet altijd lukt. Dat zie je aan de gezichten. Dus bijpassende onzekerheid. Wellicht dat ze na het passeren denken: ‘Oefff, vlaggetje en kruk… dat had ik beter niet kunnen zeggen’.
Eind van de maand gaan we een paar dagen in Friesland fietsen. Ik ben benieuwd.
Hein van der Zande (Leiderdorp)
Voorheen organisatieadviseur bij de overheid, nu gepensioneerd
geboren in 1950, getrouwd met Els, twee (adoptie)kinderen, opa van Amara en Rohan