Amputatieniveau

amputatieniveaus

Afhankelijk van het niveau van weefselschade kan een arts besluiten tot een amputatie op verschillende niveaus. Er zal door de arts indien mogelijk altijd tijdens een amputatie rekening gehouden worden met het later functioneren van de patiënt. Er zal dus altijd geprobeerd worden een stomp dusdanig te maken dat functioneren met een prothese later mogelijk zal zijn.

De verdeling in amputatieniveau van de onderste extremiteiten is als volgt: Hemipelvectomie <1%. Dit is een amputatie van het gehele been inclusief bekken. Heup ex-articulatie <1%. Dit is een amputatie van het gehele been door het heupgewricht heen. Transfemoraal 31%, is een amputatie door het bovenbeen. Knie ex-articulatie 12%, is een amputatie door het kniegewricht heen. Transtibiaal 50% is een amputatie door het onderbeen en een voet (excl. tenen)5%.

Jaarlijks verliezen in Nederland ongeveer veertig mensen een arm of een hand en worden ongeveer vijftig kinderen geboren met een korte arm. De groep mensen met een verworven of aangeboren armamputatie is daarmee klein, maar heeft vaak langdurige zorg nodig. Lees verder over het belang van een goede persoonlijke verzorging.