Moeilijke termen

HomeMoeilijke termen

Bron: Basis opbouw moeilijke termen door KorterMaarKrachtig, bewerkt door Ivo Lindner, fysiotherapeut Revalidatiecentrum de Vogellanden – Zwolle

(*) dit woord wordt elders op deze pagina’s ook verklaard.

Aantrekkous Een puntvormige zak van nylon (“vliegerstof”) die gebruikt wordt om de stomp wat makkelijker en/of dieper in de koker te laten zakken. Nadat de stomp goed in de koker zit wordt de kous via een opening aan de onderzijde van de koker weer uit de koker getrokken.

ASS (Acute Stress Stoornis) Zie bij PTSS.

Adapter (piramide) Bevestigingstuk op protheseonderdelen in de vorm van een omgekeerde piramide. Door een slimme oplossing kunnen de protheseonderdelen vrij eenvoudig heel nauwkeurig ten opzichte van elkaar in de juiste positie gebracht worden.

Afsteuning De plaats waar krachten van de prothese overgebracht worden op de stomp (*).

AK Above Knee, de engelse term voor een amputatie door- of boven de knie. Meestal met de toevoeging L (left), R (Right) of B (Bilateral = tweezijdig).

Amputatie (van een lichaamsdeel) De chirurgische of traumatische verwijdering van een lichaamsdeel.

Atrofie Een natuurlijke afname van de hoeveelheid en kwaliteit van (spier)weefsel, door het verminderd actief gebruik van deze weefsels (“rust roest”).

Badprothese Zie bij zwemprothese.

Binnenkoker Zachte koker, meestal gemaakt van polyfoam (*) die als eerste om de stomp (*) gedaan wordt. De binnenkoker zit tussen de stomp en de buitenkoker (*). Deze koker biedt bescherming aan de stomp en heeft als voordeel dat deze makkelijk aan te passen is bij vormveranderingen of volumeverandering van de stomp door verwarming, schaven of door andere stukjes polyfoam er op te plakken.

Biomechanica Natuurwetenschap die zich bezighoudt met studie naar de principes van krachten en bewegingen van een levend organisme.

BK Below Knee, de engelse term voor een onderbeenamputatie. Meestal met de toevoeging L (left), R (Right) of B (Bilateral=tweezijdig).

Body Image of lichaamsbeeld Iemands waarneming, bewustzijn en idee over het uiterlijk, de stand en de functie van het eigen lichaam.

Boyd amputatie De volledige voet wordt weggenomen door een amputatie van het enkelgewricht.
Het hielbeen wordt onder kuitbeen en scheenbeen gezet zodat de stomp eindstandig volledig belast kan worden. Deze amputatie heet ook wel de amputatie van Pirogoff

Buitenkoker De harde buitenkoker, gemaakt van giethars, polyester of carbon. De buitenkoker brengt de krachten over van het lichaam naar de grond. De koker omvat en beschermt de stomp (*).

Buikligging Het meermaal daags liggen op de buik voorkomt de ontwikkeling van een contractuur (*) van de heup (en de knie) van het geamputeerde been. Dit is met name belangrijk als de cliënt veel zit of ligt.

CAD/CAM Computer Aided Design/Computer Aided Manufacturing. Het is het meet- en fabricageproces waarbij door de computer metingen worden gedaan en gemodificeerd worden om te komen tot een ideaal gipsmodel. Het gipsmodel wordt gemaakt door softwaregestuurde freesmachines. Vanaf dat gipsmodel wordt buitenkoker (*) gemaakt.

Chopard amputatie Amputatie van voorvoet inclusief een aantal voetwortelbeenderen. Middels een orthopedische schoen (*) wordt een sta- en loopvoorziening gemaakt.

CIZ Centrum Indicatiestelling Zorg: een door de overheid aangewezen instantie die als uitvoerder dient voor de indicatiestelling voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Als onafhankelijke organisatie beoordeelt het CIZ of de cliënt voor zorg in aanmerking komt. Zie voor meer informatie www.ciz.nl

Clever bone Meestal wordt tussen de prothesekoker en de prothesevoet een buis geplaatst. Clever bone is een systeem van twee parallel lopende ronde staven van carbon dat geplaatst kan worden in plaats van de buis. Het systeem vervangt als het ware het scheenbeen en het kuitbeen. Het systeem kan iets doorveren en laat wat draaibeweging toe. Om deze eigenschappen zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen moet de benodigde lengte meer dan 5 cm zijn. Het systeem wordt vaker toegepast bij de minder mobiele prothesedrager.

College Park Industries Amerikaanse producent van voornamelijk prothese voeten, tegenwoordig ook actief op liner en componenten gebied.

Condylen Bolvormige uitsteeksel van de knie aan het ondereinde van het bovenbeen bij de knie en aan het boveneinde van het scheenbeen.

Contractuur Wanneer een spier of een gewricht te weinig gebruikt verkort het (bind-)weefsel hiervan. Door de verkorting van het spierweefsel of het bindweefsel van het gewricht wordt de bewegingsmogelijkheid beperkt. De kwaliteit van het staan of lopen wordt negatief beïnvloed. Vooral de heup en de knie zijn erg contractuurgevoelig. Door oefentherapie, het dragen van spalken en het opvolgen van instructies kan een contractuur verminderd of opgeheven worden.

Coping (engels: toedekking) Een term uit de gedragswetenschap die het beste weergegeven kan worden met “de manier waarop iemand met moeilijke situaties omgaat, alsmede de manier waarop iemand omgaat met gedachten en gevoelens”. Coping is een persoonlijke gedragsstijl. Er zijn 4 basisstijlen: actief aanpakken, sociale steun zoeken, vermijden en afwachten en afleiding zoeken. Mensen met een actieve copingstijl hebben over het algemeen minder last van stress.

Cosmese / cosmetiek De cosmese is een voor het oog verfraaiende afwerking van de prothese van zacht polyfoam (*). Meestal betreft het de kuit, waarbij de vorm zo gelijkend mogelijk is bij het oorspronkelijke uiterlijk van het been. De cosmese heeft geen invloed op het functioneren van de prothese. De cosmese bij een knie-exarticulatie of een bovenbeenamputatie kan het functioneren van het kniescharnier iets beïnvloeden. De cosmese wordt pas in het laatste stadium aan de prothese toegevoegd. Wanneer de cosmese eenmaal op zijn plaats zit, kan de prothese niet meer worden uitgelijnd zonder de cosmese te beschadigen.

DAW-kous Een dunne nylon stompkous. Deze kous geeft bescherming aan de liner en door deze kous kan de stomp wat makkelijker in de koker glijden.

Definitieve prothese Na een pas- of proefperiode wordt de definitieve prothesevoorziening gemaakt. Deze is ten opzichte van de tijdelijke prothese (*) vaak van steviger en/of lichter materiaal. Zie ook bij tijdelijke prothese.

Devotee (aanbidder) Iemand die “dweept met” of “bezeten is van” bijvoorbeeld een persoon, een fenomeen of fantasie. Devotees voelen zich aangetrokken tot mensen met een handicap. Devotee komt zowel bij mannen als vrouwen voor. Bekend is de devotee die fantasieën heeft over vrouwen met een amputatie; over personen in een rolstoel; of die simpelweg hulpmiddelen gebruiken als krukken, ortheses of corsetten. Meestal spelen seksuele fantasieën een belangrijke rol.

Distaal Een medische term die een plaats aangeeft, verder weg van het centrum van het lichaam. Zie ook proximaal.

DF-kous Een stevige elastische kous die over de knie gedaan wordt. Dit wordt alleen toegepast bij een onderbeenamputatie. De kous geeft stevigheid aan de knie. Zie ook bij sleeve.

Donning en Doffing Engelse termen voor het aan en uit doen van de prothese.

Dorsaal flexie Heffing van de voet.

Draaiadapters Zie bij rotators.

Dynamische/energie opslaande voet Zie bij energy storing.

Easyslide ® Merknaam. Zie bij aantrekkous.

Eindstandig Aan het uiteinde van de stomp (*).

EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) Een door de psycholoog toegepaste techniek bij fantoompijn (*) of PTSS (*). Een essentieel element is het telkens wisselen van de aandacht van links naar rechts naar links enzovoort. Dat kan met oogbewegingen (de therapeut gaat met zijn of haar vingers zo’n 25 cm voor het gezicht van de cliënt heen en weer) of met geluiden (een koptelefoon met een geluid met een links-rechts effect erin) of de therapeut duwt of klopt zachtjes op bijvoorbeeld de linkerknie – rechterknie – linkerknie. Hoewel er veel wetenschappelijk onderzoek naar is verricht, is nog niet goed bekend waarom EMDR werkt. EMDR wordt vaak toegepast om de vastgelopen verwerking van traumatische ervaringen wee opgang te helpen. Er is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van EMDR bij met name PTSS (*).Onderzoek naar het nut van de links-rechts-effecten binnen deze therapie laat wisselende resultaten zien. Niettemin staat EMDR voor de behandeling van PTSS (*) in de categorie van therapieën met de hoogste effectiviteit.

Endorotatie Een binnenwaartse draaiing.

Enkel-assig Een prothesescharnier die slechts draait om één enkele as. Meestal ondersteund door een pneumatische of hydraulische hulpcilinder. Kan echter ook microprocessor gestuurd zijn in bewegingsbegeleiding, zie bij MPK

Energy storing (energie opslag) Tijdens de landing van het geamputeerde been wordt energie opgeslagen in de prothesevoet. Die opgeslagen energie wordt in meer of mindere mate teruggegeven aan het prothesebeen bij de afzet. Daardoor kost het lopen minder energie.

Eversie Heffing van de buitenrand van de voet.

EVO Enkel-Voet Orthese. Zie ook bij orthese.

Exarticulatie Een chirurgische verwijdering van een lichaamsdeel waarbij er geamputeerd wordt door het gewricht. Er blijft een onbeschadigd boteinde over in de stomp. De stompuiteinde is daardoor eindstandig belastbaar.

Exorotatie Een buitenwaartse draaiing.

Extensie Strekking, strekbeweging (van bijvoorbeeld een heup of een knie).

Extremiteit Medische term voor ledemaat. Een ledemaat is een aan de romp hangend onderdeel van het lichaam (arm of been).

Fantoomsensatie Het ervaren van sensaties “in” het geamputeerde been, alsof het geamputeerde been nog aan het lichaam zit. Zie voor extra informatie ook de folder over fantoompijn.

Fantoompijn Het ervaren van pijn in het geamputeerde been. Zie voor extra informatie ook de folder over fantoompijn (*).

Femur Het dijbeen.

Fibula Het kuitbeen; het onderbeen heeft twee beenderen. Het kuitbeen zit aan de buitenzijde en is een stuk kleiner dan het scheenbeen (tibia; zie aldaar).

Flexie Buiging (van bijvoorbeeld een heup of een knie).

Flex-foot Merknaam van een energy storing voet. Zie bij energy storing.

Freedom Innovations Amerikaanse producenten van prothese voeten en knieën.

Fullcontact koker Een techniek van kokerfitting waarbij geen specifiek afsteunpunten gebruikt wordt maar waarbij de druk van de koker over het gehele stompoppervlak verdeeld wordt.

Gietanker Adapter (*) die in de koker mee gegoten wordt waaraan een ander protheseonderdeel bevestigd wordt.

Gipsen Door de stomp in te gipsen wordt een negatief model van de stomp gemaakt. Daarvan wordt weer een (gecorrigeerd) positief model gemaakt. Van dat positieve gipsmodel worden de binnenkoker (*) en de buitenkoker (*) gemaakt. Gipsen is ook het aanbrengen van een gipskoker direct na een onderbeensamputatie met als doel verminderen van oedeem (*) in en beschermen van de stomp (*)

Heel strike Het moment in het looppatroon waarop de hiel de grond raakt na het doorzwaaien van het been.

Hemipelvectomie Amputatie door het bekken, waarbij het een bekkenhelft (pelvis) wordt weggenomen.

Heup-exarticulatie Amputatie door het heupgewricht.

Hydraulisch scharnier Een prothesescharnier (meestal een kniescharnier) die door waterdruk of oliedruk gestuurd wordt.

Ice-cast (Icelandic Direct Casting) Een methode waarbij de koker rechtstreeks op de stomp wordt gemaakt met behulp van een flexibele drukkamer.

Inversie Heffing van de binnenrand van de voet.

Interimprothese Zie bij tijdelijke prothese.

IPOP (Immediate Post Operative Prosthesis) Tijdelijke prothese die direct na de amputatie op de operatie kamer wordt aangebracht.

KEVO  Knie-Enkel-Voet Orthese. Zie ook bij orthese.

KBM (Kondyl Bettung Münster) Een systeem voor ophanging (*) van een onderbeenprothese waarbij aan de bovenzijde van de buitenkoker (*) twee wat nauwere “flappen” zitten die om het bovenbeen klemmen.

KE  Amputatie door het kniegewricht.

Kevlar Een polyamide / nylon vezel van licht gewicht met een bijzonder hoge trekvastheid. Kevlar wordt gebruikt in de prothese ter versteviging van de kokerwand.

KMK (KorterMaarKrachtig) Patiëntenvereniging: zie www.kortermaarkrachtig.nl

Knie-exarticulatie Amputatie door het kniegewricht.

Koker Het gedeelte van de prothese waar de stomp in komt. Aan de koker worden de overige prothese onderdelen bevestigd. Zie ook bij binnenkoker en buitenkoker.

Koolstof(vezel) Een acrylvezel die door bewerking tot koolstof wordt gemaakt. Het is een lichte en sterke vezel die ongevoelig is voor water en temperatuurschommelingen. De vezel wordt gebruikt in de prothese ter versteviging van de kokerwand. Ook in diverse prothesevoeten is koolstof verwerkt.

Krukken Loophulpmiddel ter ontlasting van een been of ter ondersteuning bij balans- / evenwichtsproblemen.
Er zijn okselkrukken, elleboogkrukken, opvouwbare krukken, krukken met anatomische handgrepen

Lanyard Zie bij touwfixatie.

Lateraal Buitenzijde (van een lichaamsdeel).

Lichaamsbeeld of Body Image Iemands waarneming, bewustzijn en idee over het uiterlijk, de stand en de functie van het eigen lichaam.

Liner Een liner is een 4-5 millimeter dikke kunststof hoes die over de stomp wordt afgerond ter bescherming van de huid. Vaak dient de liner ook voor de ophanging (*) van een prothese. De liner gemaakt zijn van katoen, siliconen, gel, polymeer of poly-urethaan. Liners zorgen voor een goede drukverdeling over de stomp en geven bescherming bij belasting van de stomp tijdens het lopen. Sommige liners geven een olie-achtige substantie af aan de huid waardoor de huid soepel blijft. Zie ook Seal-in liner.

Lisfranc amputatie Amputatie van de voorvoet tot aan de voetwortelbeenderen. Met behulp van een orthopedische schoen (*) kan de cliënt staan en lopen.

Looptraining Het onder begeleiding van fysiotherapeuten leren (of bijhouden) van een zo veilig en natuurlijk mogelijk looppatroon.

M.A.S. koker (Marlo Anatomical Socket) Een koker voor bovenbeengeamputeerden. Hierbij steunt de koker af op een deel van het schaambeen i.p.v. op het zitbeen (de tuber). Het voordeel van de MAS-koker is dat de bewegingen van het heupgewricht aan de geamputeerde zijde veel natuurlijker verlopen. Eveneens blijft het zitbeen buiten de koker waardoor de cliënt op 2 billen kan zitten i.p.v op de harde buitenkoker zoals bij andere (bovenbeen) kokersystemen. Het probleem van de MAS-koker is dat deze technisch erg moeilijk aan te meten is. Ook is de MAS-koker niet geschikt voor recent geamputeerden. De stomp moet volumevast zijn.

Mediaal Binnenzijde (van een lichaamsdeel).

Meer-assig Een prothesescharnier die draait om meerdere assen. Meestal wordt een meer-assige scharnier ondersteund door een pneumatische of hydraulische hulpcilinder.

Meer-assige (multi-axiale) knie Een protheseknie die scharniert over meerdere assen om zodoende de complexe bewegingen van de menselijke knie zoveel mogelijk tracht te benaderen.

Meer-assige (multi-axiale) voet Een prothesevoet die over meerdere assen beweegbaar is, zowel in hoogte als in zijdelingse richtingen en in rotatierichting. Zodoende kan de prothesevoet zich aan passen op ongelijk terrein.

Mexicaanse koker  Zie bij M.A.S.-koker.

Midstance De fase in het looppatroon na heelstrike, waarbij de prothesevoet plat op de grond staat.

MOBIS ® (MOBIliteit Systeem) Een door Otto Bock (*) ontwikkeld systeem om de toepasbaarheid van prothesecomponenten (*) in te delen naar 4 gewichtsklassen en naar 4 activiteitenniveau’s. Zo kan de juiste combinatie gevonden worden tussen de functiemogelijkheden van een prothesecomponent en het activiteitenniveau van de cliënt.

MPK (Micro Processor gestuurde Knie) Een enkelassige (*) hydraulische protheseknie waarbij de buiging en strekking ondersteund of afgeremd worden met behulp van computertechnologie.

MPV (Micro Processor gestuurde Voet) Een prothesevoet waarbij voetafwikkeling ondersteund en gestuurd wordt met behulp van computertechnologie.

Multiaxiale voet Een prothesevoet met meerdere bewegingsassen. De voet kan zo bewegen in verschillende richtingen. Een multiaxiale voet is comfortabel bij het lopen op oneffen terrein.

Neuroom Een bloemkoolachtige uitgroei aan het einde van een (bij de amputatie doorgenomen) zenuw in de stomp. Een neuroom kan problematisch zijn, vooral als het op een punt zit waar de koker op steunt. Het kan hele nare pijnsensaties geven.

NSNA koker (normal shape normal aligment) Ook bekend als NML- koker (narrow medial – lateral). De zijdelingse maten van de koker worden krap genomen, om zo de stomp in de koker ”samen te drukken”. Hierdoor ontstaat de meeste druk in de stomp in zijwaartse richting. Bij deze koker loopt de stomp als het ware klem in een wig. Een wig die gevormd wordt door de onderrand van het schaambeen en buitenzijde van het bovenbeen.

N.T.A.C. (Nederland Technisch Advies College) Een organisatie die ziektekostenverzekeraars adviseert bij de aanvraag van onder andere kostbare protheses.

Oedeem Vochtophoping in de stomp.

Orthese Een uitwendig gedragen hulpmiddel ter correctie van standsafwijkingen of abnormale bewegingen.

Oma-voet Zie SACHvoet.

Onderste extremiteit (*)  Medische term voor het been.

Ophanging Een techniek van het verbinden van de prothese aan het been zodat de prothese in de zwaaifase of bij het optillen aan de stomp vast blijft zitten. Er zijn diverse vormen van ophanging: middels een penverbinding / penlock (*), een touwverbinding (*), een elastische kous of sleeve (*), door vacuüm of door de kokervorm. Zie ook bij KBM.

Osseointergratie Een metalen pen wordt in het bot van de stomp geplaatst en steekt door de stomphuid heen. Aan het uiteinde van deze pen kan de prothese geplaatst worden. Groot voordeel hiervan is dat er geen prothesekoker gemaakt hoeft te worden en dat de krachtoverbrenging van de prothese direct naar het bot gaat, zoals het van nature hoort. Groot nadeel is het grote risico op infecties. Osseointegratie wordt veel toegepast in de tandheelkunde voor het plaatsen van tanden e.d. De ontwikkeling van osseointegratie in de prothesiologie is nog in de experimentele fase.

Orthopedisch instrumentmaker En paramedicus die werkt op voorschrift van een revalidatiearts of een chirurg. Deze vaktechnisch specialist werkt nauw samen met de cliënt, de revalidatiearts en de fysiotherapeut. Hij adviseert in keuze van protheseonderdelen, neemt de maten op en produceert de prothese. Correcties aan de prothese worden door de orthopedisch instrumentmaker uitgevoerd.

Orthopedische schoen Dit is een door een orthopedisch schoenmaker op maat gemaakte schoen. Een cliënt met een amputatie op basis van vaatproblemen kan een orthopedische schoen krijgen aan de niet geamputeerde zijde ter bescherming van die voet.

Otto Bock Van oorsprong Duitse firma; wereldmarktleider op het gebied van prothesetechniek.

Össur Ijslandse firma, wereld marktleider op het gebied van prothesetechniek

OhioWillowWood Amerikaans bedrijf dat prothese onderdelen maakt, vooral bekend van de Alpha Liner

Patella De knieschijf.

Patellapees De pees net onder de knieschijf die de verbinding vormt tussen de knieschijf en het onderbeen.

Penlock / Pinlock Een bevestigingsysteem voor een prothese aan de stomp. Een metalen pin zit aan het uiteinde van een liner. De pin klikt in een speciale adapter in de prothese. Daarmee is de stomp verbonden aan de prothese.

Pirogoff amputatie De volledige voet wordt weggenomen door een amputatie van het enkelgewricht.
Het hielbeen wordt onder kuitbeen en scheenbeen gezet zodat de stomp eindstandig volledig belast kan worden. Deze amputatie heet ook wel de amputatie van Boyd.

Plantairflexie  Neerwaartse beweging van de voet.

Pneumatisch Door luchtdruk aangestuurd.

Polycentrisch Meer-assig, bijvoorbeeld een prothesescharnier

Polyfoam Een lichtgewicht stevig schuim dat gebruikt wordt voor de binnenkoker (*) en de cosmese (*).

Proefkoker Een tijdelijke prothese (*) koker van meestal doorzichtig materiaal om te zien of passing en afsteuning goed zijn. Na enige tijd en de nodige correcties wordt naar het model van de proefkoker de definitieve prothese vervaardigd.

Prothese Kunstledemaat ter vervanging van een ontbrekend ledemaat of deel hiervan.

Prothesecomponenten Onderdelen of componenten waaruit een prothese is opgebouwd.

Proximaal Een medische term die een plaats aangeeft, dichter naar het centrum van het lichaam.
Zie ook distaal.

PTB (Patella Tendon Bearing) Een onderbeenprothese waarbij afgesteund wordt op het gebied rondom de knie, met als voorliggend steunvlak de knieschijf pees.

PTSS (Post Traumatisch Stress Syndroom) Het verliezen van een been is mentaal gezien een zeer ingrijpende gebeurtenis. Een PTSS is een angststoornis als gevolg van een ernstige stressgevende situatie waarbij sprake is van levensbedreiging, ernstig lichamelijk letsel of een bedreiging van de lichamelijke integriteit. De symptomen zijn herbeleving (nachtmerries offlashbacks), vermijding van herinneringen of emotionele uitschakeling hiervan, ernstige prikkelbaarheid en slaapstoornissen, lichamelijke spanning, irritatie en hevige schrikreacties. Het is ook mogelijk dat de persoon symptomen van andere psychische aandoeningen vertoont zoals een depressie. Van PTSS is sprake wanneer de symptomen langer dan een maand duren. Wanneer deze korter dan een maand duren, spreekt men van acute stressstoornis (ASS). PTSS is met behandeling te genezen of verbeteren. Soms kan dit ook spontaan gebeuren. Een PTSS wordt, op voorschrift van een arts, behandeld door een psycholoog.

Quad koker De naam van deze bovenbeenkoker is een verkorting van quadrilateraal (vier zijden). De koker heeft aan de bovenzijde een redelijk vierkante vorm. Aan de binnenrand is een plateau van circa 2.5 cm waarop het zitbeen rust (de tuber, zie aldaar).

Ramus Het voorste gedeelte van het schaambeen, in de schaamstreek.

Rotator (draaier) Een component in een beenprothese of prothesevoet waardoor de voet t.o.v de koker een klein stukje kan roteren. Dat geeft meer bewegingsvrijheid in het bewegen en het voorkomt frictie tussen de stomp en de koker.

SACH-voet (Solid Ancle Cushioned Heel) Solide prothesevoet die veel stabiliteit geeft. Wordt vooral toegepast bij mensen met balansproblemen.

Seal-in liner Een liner met een of meerdere geïntegreerde rubberen manchetten die zorgen voor een vacuüm afdichting van het aldus afgesloten uiteinde in de koker. Dit in combinatie met een uitstootventiel.

Sleeve Een stevige rubberen manchet die zorgt voor een vacuüm afdichting tussen prothesekoker en de liner over de stomphuid. Ook kan een sleeve gebruikt worden als extra ondersteuning van de ophanging van de koker aan de stomp bij een onderbeenkoker.

Silesianbelt Zie TES-belt.

Split-toe (gespleten teen) Een prothesevoet waarbij de voorvoet uit twee delen bestaat. De “tenen” kunnen onafhankelijk van elkaar bewegen. Op ongelijke ondergrond zorgt dit voor meer stabiliteit.

Spiegeltherapie Een therapievorm voor het verminderen van fantoompijn (*). De cliënt zit op een stoel. Tussen het geamputeerde been en het andere been wordt een grote spiegel geplaatst. De spiegel is gericht naar het niet-geamputeerde been. Wanneer de client de spiegel kijkt, lijkt het net alsof het geamputeerde been nu weer aanwezig is. De hersenen registreren dit en raken hierdoor “in de war”. De zenuwen in de hersenen die er voor het been zijn worden weer geactiveerd. Daardoor kan de fantoompijn afnemen. Spiegeltherapie wordt in de regel gegeven door een fysiotherapeut.

Sportprothese Een prothese die speciaal vervaardigd wordt om mee te kunnen sporten. De keuze voor de materialen, de prothesecomponenten (*) en de uitlijning (*) hangt af van de tak van sport en het niveau waarvoor de cliënt de sportprothese gaat gebruiken. Er zijn sportprothesen voor hardlopen, zwemmen (zie bij zwemprothese), skiën, fietsen, paardrijden. Een sportprothese wordt niet vergoed door de zorgverzekeraar.

Stomp Overgebleven deel van het been na amputatie.

Stompharding Therapievorm tijdens de revalidatie waarbij de huid van de stomp in toenemende mate belast wordt met druk- en wrijfkrachten. Hierdoor kan de huid wennen aan de belastingen bij het dragen van de prothese.

Stompkous/sok Een badstof kous die om de stomp wordt gedaan. Deze kous wordt gedragen bij afname van het volume (*) van de stomp. Door de afname van het volume van de stomp wordt de koker te ruim. De pasvorm is daardoor niet meer optimaal. Het dragen van de prothese kan daardoor pijnklachten geven. Stompkousen vullen deze ruimte weer op. Badstofkousen zijn er in verschillende diktes. Ze worden verstrekt door de instrumentmaker.

Standfasecontrole Een systeem in een protheseknie dat zorgt voor stabiliteit in de knie tijdens staan.

Suspensie Suspensie is een ander woord voor ophanging. Zie aldaar.

Syme amputatie Amputatie door het enkelgewricht.

TEC liner (Total Environment Control) Op maat gemaakte speciale gelliner. Het materiaal van deze liner heeft een vloeiende eigenschap en zorgt daardoor voor een betere drukverdeling. Deze liner wordt toegepast bij een erg kwetsbare stomp, een gevoelige stomp of een stomp met veel onregelmatigheden.

TES-belt (Total Elastic Suspension (*)) Een stevige bandage van neopreen en rekbaar nylon die deels over de bovenbeenkoker wordt gedaan en deels om de lendenen zit. Daarmee wordt de ophanging (*) van de bovenbeenkoker aan de stomp verstevigd.

Testkoker Tijdelijke koker, meestal van doorzichtig materiaal. Daarvoor kan gekozen worden om tijdens het belasten meer zicht te hebben op hoe de stomp zich gedraagt in de koker. Er wordt een beter zich verkregen op de drukplekken. Een testkoker is eenvoudig wat betreft vorm aan te passen.

Tibia Het scheenbeen. Het onderbeen heeft twee beenderen. Het scheenbeen zit aan de binnenzijde en is veel groter en steviger dan het kuitbeen (fibula; zie aldaar).

Titanium Een metaal dat net zo sterk is als staal maar ongeveer de helft weegt. Ook is titanium corrosiebestendig is. Het wordt in de protheseindustrie gebruikt voor adapters e.d.

Tijdelijke prothese In de meeste situaties krijgt de cliënt na een amputatie een tijdelijke prothesevoorziening. Dat kan een confectieprothese zijn met beperkte mogelijkheden tot aanpassing (met name na een knie-exarticulatie of bovenbeenamputatie) of een op maat gemaakte prothese maar van materialen die eenvoudiger aan te passen zijn. Het voordeel van een tijdelijke prothese is dat deze snel te maken is en wat makkelijker aan te passen is aan volumeveranderingen. Er wordt door middel van de tijdelijke voorziening gezocht naar het best passende kokermodel en de juiste uitlijning. Zie ook bij definitieve prothese.

TSB (Total Surface Bearing – totaal over het oppervlak dragend) Zie fullcontact koker.

Transtibiale amputatie Een amputatie door het onderbeen (tibia (*)).

Trans femorale amputatie Een amputatie door het bovenbeen.

Translatie adapter Een schuifadapter waarmee de prothesecomponenten over een kleine afstand ten opzichte van elkaar in het horizontale vlak verschoven kunnen worden. Dit om de uitlijning van de prothesecomponenten te optimaliseren.

Toe-off Een fase in het looppatroon waarbij de tenen ”afzetten” en de knie buigt.

Touwfixatie Zie pinlock; alleen nu wordt de stomp middels een nylon koordje met de prothese verbonden i.p.v. met een pin.

Tuber Zitbeen, het harde bot dat je kan voelen in je bil.

Uitlijnen Het positioneren van prothesecomponenten ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het lichaam door middel van de adapter (*).

Valgus Het onderbeen staat in een X-stand (of het bovenbeen staat in een O-stand).

Varus Het onderbeen staat in een O-stand (of het bovenbeen staat in een X-stand)

Ventiel Technisch mechanisme waar de lucht slechts in één richting doorheen kan gaan. In de prothesiologie wordt een ventiel gebruikt bij een vacuümophanging. Het zorgt ervoor dat de lucht tussen de stomp en de koker wel naar buiten kan maar niet naar binnen. Met behulp van een drukknopje kan het vacuüm (*) weer opgeheven worden.

Verkleving Het vastzitten van (litteken-)weefsel. Tijdens de wondgenezing is het weefsel aan de omliggende lagen of aan het bot verkleefd. Het weefsel is dan minder soepel. Het kan leiden tot pijnklachten en beschadiging van de weefsels. Verklevingen kunnen worden losgemasseerd. In een enkele situatie zal het los gesneden moeten worden.

Volume (-verandering) De stomp heeft een bepaald volume. Dit volume kan door diverse oorzaken veranderen. Meestal wordt in de loop van de tijd het volume minder omdat de hoeveelheid vocht in de stomp afneemt. Ook de hoeveelheid spierweefsel en vetweefsel in de stomp nemen af.

VLOS VoorLopige Orthopedische Schoen, een schoenvoorziening die bij gedeeltelijke of gehele voetamputatie wordt toegepast. Soms wordt een VLOS ook toegepast op een niet geamputeerde voet. Zie ook bij Orthopedische schoen.

Vacuümophanging Een techniek van ophanging waarbij de koker luchtdicht (vacuüm) verbonden is met de stomp. Daardoor blijft de prothese aan de stomp “hangen” zodra het been vrij komt van de grond.

ZIP Zwolse Isala Prothese is een tijdelijke prothese (*) na een onderbeenamputatie. Deze bestaat uit een liner met een penlock / touwfixatie, een fullcontact koker en een voet. Deze prothese kan erg snel vervaardigd worden en is goed aanpasbaar op vorm- en volumeverandering van de stomp.

Zwaaifase De fase in het looppatroon waarbij het been helemaal los is van de grond.

Zwaaifasecontrole Een systeem in een protheseknie dat de zwaaisnelheid naar voren en naar achteren regelt.

Zwachtelen Een elastisch verband wordt de stomp gewikkeld om de zwelling in de stomp te verminderen.

Zwemprothese Beenprothese die speciaal wordt vervaardigd om mee te kunnen zwemmen. Met een zwemprothese ligt het lichaam wat stabieler in het water en de voortstuwing is wat efficiënter. Het verplaatsen van en naar de waterkant is met zwemprothese makkelijker en de stroeve zool van de voet vermindert het gevaar van uitglijden. Dat is ook belangrijk bij douchen, baden of saunabezoek of aan boord van bijvoorbeeld een zeilschip. Een zwemprothese moet apart worden aangevraagd door de revalidatiearts en wordt niet altijd vergoedt door de zorgverzekeraar.