Column: Hulp(-)vragen
De site van KorterMaarKrachtig biedt een prima mogelijkheid om (hulp)vragen te stellen. Ook op Facebook zijn er (meestal besloten) groepen, waarin de amputatie van een ledemaat centraal staat. Over en weer worden veel ‘weetjes’ uitgewisseld. Daarnaast bieden deze platforms de gelegenheid om vragen te stellen, opmerkingen te maken (alles in het nette), ondersteunend te zijn naar iedereen die lid is van de groep.
Helpen en suggesties oppikken
Ik ben al een tijdje lid van een aantal van die groepen en af en toe meng ik me in de discussie, maak een opmerking, doe een suggestie, steek een duim op en moedig de mensen aan om zo actief mogelijk bezig te zijn. Dat heeft mij in de afgelopen vier jaar, na de amputatie van mijn linkerbeen, ook geen windeieren gelegd. Aan de ene kant help je mensen en aan de andere kant kun je voordeel hebben van hetgeen een ander heeft meegemaakt, welk middel de ander gebruikt tegen bijvoorbeeld fantoompijn en soms ook voor een verzachting van een wond die maar niet dicht wil. Al deze opmerkingen, hulp en vragen zijn voor allen welkom. Iedereen heeft wel eens met iets vervelends te maken. Ik lees er van alles in.
Relatie met revalidatie na de ingreep
Toch heb ik bij veel onderwerpen die aan de orde komen, de neiging om direct te reageren. Niet verwijtend, maar vooral met soms gefronste wenkbrauwen me afvragend of en zo ja in hoeverre mijn collega’s/lotgenoten na de ingreep in verbinding (blijven) staan met het revalidatiecentrum, van waaruit ze na het herstelproces de wereld weer in kunnen stappen, ook met de (revalidatie)arts, de huisarts, het ziekenhuis. Een duidelijke lijn haal je niet uit alle conversaties.
In een van mijn eerdere korte verhalen heb ik beschreven dat ik ieder jaar, soms twee keer per jaar, een check-up wil en ook krijg van de revalidatiearts die bij mijn herstelproces betrokken is (geweest). En zelfs de chirurg, die mijn amputatie heeft verricht, kan ik nog steeds benaderen met een specifieke vraag.
Aanpassen hulpmiddel
Zo voelde mijn litteken niet goed. Ik vond het er niet goed uitzien, wat groot geworden en ook wat diep. Ik vroeg me af of daar iets aan kon worden gedaan, een ‘hersteloperatie’ of zoiets. Ik heb hierover de chirurg benaderd. Deze heeft mij heel duidelijk gemaakt wat de mogelijkheden zijn. Liever geen nieuwe ingreep.
Ik sprak met mijn prothesemaker toen ik daar was voor een nieuwe liner. Hij kwam met de suggestie om te kijken of de koker wellicht kon worden aangepast. Dat gebeurde en dit zorgde er voor dat het ‘euvel’, samen met mijn nieuwe liner bijna automatisch werd verholpen. Het ziet er weer prima uit. Geen enkele drukplek meer, mede dankzij het door de arts geadviseerde ‘Engels pluksel’.
Terugkomend op mijn onderwerp. Mijn boodschap is: zorg er altijd voor dat je voor vragen etc., terecht kunt bij de hulpverleners, de mensen, de artsen die jou in eerste instantie ook hebben geholpen. Meestal hebben zij eerder met het bijltje gehakt en kunnen ze je snel helpen.
Hein van der Zande (Leiderdorp)
Voorheen organisatieadviseur bij de overheid, nu gepensioneerd
72 jaar, getrouwd met Els, twee (adoptie)kinderen, opa van Amara en Rohan