Soms denk ik wel eens: “Hoe komt het toch dat ik altijd, nou ja, bijna altijd, zo positief schrijf?” Ik sta positief in het leven, dat is waar, maar toch…. Terugkijkend ging het niet altijd van een leien dakje.
Rotmomenten
Ik zat laatst al mijn columns terug te lezen en toen kwam die vraag als vanzelf in me op. Ik heb toch ook mijn rotmomenten gehad tijdens het hele proces van voor de amputatie tot nu? Ik heb toch ook wel eens stevig gevloekt toen het weer eens niet ging? Toen mijn liner niet direct lekker sloot en ik tot soms drie keer mijn prothesebeen achter elkaar uit en weer aan moest trekken? En dat klopt allemaal. Het gaat niet altijd even gemakkelijk. Ik heb niet altijd engeltjes om me heen staan die me helpen bij moeilijke momenten. Nee, dan zit je op je studeerkamer (daar staat mijn been ‘aan de stroom’) voor je uit te kijken.
Traantje laten
Dan kijk ik naar mijn prothese. Geen zin. Je staart in de koker. En je kijkt even in je achteruitkijkspiegel. Oog in oog met ándere mooie momenten: hockey, wandelen, staand skiën….Dan rolt er wel eens een traan langs mijn wang naar beneden. Dan heb ik het even moeilijk en wil ik mijn prothese niet aan.
Een zetje helpt
Tegelijkertijd denk je: ja, maar wanneer ik mijn been niet aandoe kan ik niet lopen en ik wil wat dingen doen. Ik zou ook nog gaan fietsen. Een korte gedachte, die je in de meeste gevallen vrijwel direct over de dip heentrekt. Alle mogelijke hobbels verdwijnen. En….ik heb een fantastische partner, die me naast veel andere positieve dingen, vaak het laatste zetje de goede kant op geeft. Je kijkt nog even naar jezelf, veegt je traan weg, stopt je snotlap weg. Zucht even diep en yes, je kunt de hele wereld weer aan… Nou ja de hele….
Putje
Het zijn hobbels die je soms vaak achter elkaar, soms een hele tijd niet, maar wel altijd een keertje tegenkomt. Rottige momenten. Dan schieten ook andere opmerkingen door je heen. Opmerkingen die je vroeger wel eens toegevoegd kreeg: “Het is alleen maar een been…..”, gevolgd door de meest vreselijke dingen die de ander heeft. In de meeste gevallen valt dat wel mee. Maar een mens vreest zijn eigen lijden het meest. En dat is dan altijd erger dan wat een ander heeft. Ik moet eerlijk zeggen, soms is het best heel lastig, zie ik een putje voor me en komt er geen positieve gedachte in me op. Gelukkig duurt dat maar heel even.
Dansen
Wanneer je dan in vreugde terugkijkt naar die momenten, dan zeg je: “Hèhè, gelukkig. Ik heb het weer even gehad” en je danst als het ware de wereld weer in. En dan is de hele wereld binnen jouw bereik. Altijd, ondanks tegenslag, positief blijven biedt geen levensgarantie, wel garantie voor een wat vrolijk en meestal opgeruimd leven.
Hein van der Zande (Leiderdorp)
Voorheen organisatieadviseur bij de overheid, nu gepensioneerd
71 jaar, getrouwd met Els, twee (adoptie)kinderen, opa van Amara