De verbinding tussen instrumentmaker, revalidatiearts en mezelf

Het is alweer een aantal weken geleden dat ik mijn nieuwe prothese heb aangemeten gekregen. Ik kreeg het gevoel dat mijn liner niet meer strak om mijn korte been sloot. Een bezoek aan de instrumentmaker maakte duidelijk dat de omvang van mijn korte been duidelijk was afgenomen. Voor prothesedragers geen onbekend fenomeen. De liner kon wel wat smaller. Ook mijn prothesekoker was wat ruim geworden.

Vervolgtraject
Dan start een nieuw traject: een smallere liner en een smallere koker. Ik vind dat een interessant en best wel inspannend traject. Een aantal keren achter elkaar naar de instrumentmaker, gipsen, passen, loopoefeningen (zit ie goed?) en na de derde keer: prothese aanhouden en thuis verder oefenen.

Hij zit goed!
Het is even wennen en na verloop van een paar dagen weet ik het: het gevoel is goed. Alles zit één-op-één strak langs elkaar, zonder pijn. Het lopen gaat steeds gemakkelijker, de hoogte van de prothese is okee, ook voor het fietsen. Ik voel me weer een gelukkig mens.

Afspraak met revalidatiearts
Een week later heb ik een ‘checkafspraak’ met de revalidatiearts: hoe gaat het, hoe zijn de ontwikkelingen en heb je nog klachten, wensen?. Een gesprekje van een halfuur doet wonderen en zowel de arts als ik hebben de horloges weer gelijk gezet.
Zo’n gesprek is ook hét moment om afspraken te maken. Ik wil weer zwemmen en kom op de lijst voor een zwemuurtje onder begeleiding in het revalidatiecentrum.

Fysio en zwemmen
Daarnaast heb ik af en toe het gevoel dat ik niet helemaal voor 100% correct loop. Bij het passen en aanmeten van de prothese let de instrumentmaker heel goed op iedere pas die ik zet. Ik stel voor om, zodra de coronaontwikkelingen het toelaten, een keer met mijn vaste fysiotherapeut in en rond het centrum te oefenen.
Beide zaken zijn genoteerd. Het zwemmen zal eerder lukken dan het lopen oefenen. Dat is geen ramp. Het gaat weer gebeuren.

Driehoek
Ik beschouw de instrumentmaker, de revalidatiearts en mezelf als een driehoek met pijltjes links en rechtsom. Die pijltjes duiden op het wederzijdse contact en de doorgetrokken strepen die de punten verbinden zijn de lijnen die de drie actoren aan elkaar verbinden.
Een goed, regelmatig en duurzaam contact met instrumentmaker en revalidatiearts is onmisbaar voor een goede, evenwichtige verdeling van wat je met een prothese (aan)kunt.

 

Hein van der Zande (Leiderdorp)
Voorheen organisatieadviseur bij de overheid, nu gepensioneerd
71 jaar, getrouwd met Els, twee (adoptie)kinderen, opa van Amara