Lui bankhangend lig ik op een vroege doordeweekse avond op… ja, de bank natuurlijk… en heb even zo’n moment waarop ik me realiseer dat ik wel zó ongelooflijk dankbaar ben dat ik voor osseointegratie heb gekozen. Ik kan er soms nog steeds niet bij dat het zo goed gaat, dat ik echt ie-de-re dag mijn prothese draag. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, en dat ik er zoveel actiever en mobieler mee ben dan met een kokerprothese.

Eigen-been-gevoel
Voordat ik aan het traject begon, was er een ervaringsdeskundige die tegen me gezegd had: ‘Het is alsof ik mijn eigen been weer heb!’ Ik vond dat nogal een uitspraak en nam die dan ook met een kilo zout. Maar eerlijkheidshalve moet ik nu, bijna twee jaar na het ontvangen van het implantaat, bekennen dat ik heel goed begrijp wat hij bedoelde en geloof ik dat het ook echt wel in de buurt komt van het eigen-been-gevoel. De dankbaarheid maakt zich meester van me en ik besluit ineens dat ik dat best even mag laten weten aan Integrum, het Zweedse bedrijf dat mijn implantaat heeft geleverd en waarvan chirurg professor Brånemark het implantaat heeft geplaatst in mijn stomp.

Naar Leipzig!
Dankzij een jaar rondhuppelen in Australië en Nieuw-Zeeland op mijn 23e heb ik de Engelse taal redelijk goed onder de knie en nog steeds bankhangend stuur ik via mijn mobiele telefoon een mailtje waarin ik meld dat het zo goed gaat. Dat ik heel blij ben en dat, wanneer ik iets voor het bedrijf kan betekenen in de zin van ambassadeurschap, ik daar wel toe bereid ben. Wat schetst mijn verbazing wanneer ik enkele dagen later een mail terug krijg van de Amerikaanse medewerkster die in de USA het ambassadeursprogramma voor Integrum heeft opgezet en dit nu voor Europa en mogelijk de rest van de wereld wil uitrollen. Sinds een paar maanden is ze gestationeerd in Göteborg en ze vraagt of ik interesse heb om aanwezig te zijn bij het OT-World congres in Leipzig, half mei. Enthousiast reageer ik direct dat ik hier wel oren naar heb. Waar een uurtje bankhangen al niet goed voor is! En het laat zich natuurlijk al raden waar mijn volgende column over zal gaan…

HANNEKE MOOIJ