Richtlijn ‘Amputatie en prothesiologie onderste extremiteit’ gewijzigd
De richtlijn Amputatie en prothesiologie onderste extremiteit is herzien en gewijzigd in de Richtlijnendatabase. Sinds het verschijnen van de vorige versie van de richtlijn Amputatie en prothesiologie onderste extremiteit (2012) zijn er nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied geweest en deze maakten een herziening nodig.
Daarnaast was er bij de vorige versie van de richtlijn sprake van een vrij strikte afbakening; de richtlijn besloeg de periode van indicatie voor een amputatie tot de eerste prothesevoorziening. Er waren echter ook vragen over de invulling van de revalidatie- en paramedische zorg volgend op de eerste prothesevoorziening. In deze herziening zijn (een gedeelte van) deze vragen meegenomen.
De herziende richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor volwassen patiënten (≥18 jaar) met een amputatie(indicatie) ten gevolge van een vaatlijden, een tumor of trauma. In de richtlijn komen nu de volgende onderwerpen aan de orde:
- De vooraf te verrichten onderzoeken, het beste amputatieniveau, het beste moment van opereren en het postoperatieve beleid.
- De waarde van een psychosociale interventie.
- De prothesevoorziening.
- De invulling van de looptraining.
- De behandeling van fantoompijn.
- De klinimetrie, met specifieke focus op de meetinstrumenten waarmee de loopvaardigheid en mobiliteit van patiënten in kaart kan worden gebracht.
- De participatie van patiënten.
- Organisatie van zorg, met focus op de organisatie van het pre-operatieve multidisciplinaire overleg en de samenwerking tussen revalidatieartsen en specialisten.
Deze richtlijn is ontwikkeld voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten die een amputatie (hebben) ondergaan en/of bij de protheseverstrekking.
Klik hier om de herziening van de richtlijn te bekijken.