In mijn vorige korte verhaal sprak ik over overwinningen, geboekt tijdens tripjes langs de kust. Het ging steeds beter. Ik durfde ook meer. Zelfs heuvels oplopen via vochtige, grassige paden, om toch maar de top te bereiken. Het mooiste was de top bij de vuurtoren op de zuidkaap van Noorwegen, Lindesnes. De route erheen was schitterend…langs het fjord naar de punt. Een levensgrote parkeerplaats, helemaal vol….behalve de gehandicaptenparkeerplaats.
Vuurtoren
Een stevige klim via ongelijke treden op een niet al te plezierig liggende trap omhoog. Gelukkig was er wel een leuning, zodat ik daartegen en steunend op mijn kruk, af en toe kon uitblazen van de inspanning. Uiteindelijk kwamen we boven, aan de rand van de rots, dicht bij de vuurtoren. Iedereen ging de toren in en beklom de stalen trap erbinnen. Ik keek even naar de trap en dat was het….. ik bleef beneden en bekeek onder de trap de tentoonstelling over die vuurtoren door de eeuwen heen.
Na wat foto’s maken, ook selfies met de vuurtoren op de achtergrond, de weg naar beneden aanvaard. Dat was een stuk lastiger dan de weg omhoog. Je bent geneigd om met je lichaam voorover te hellen en dat moet je juist niet doen. Het geeft heel veel druk op de kruk. Ik moest mezelf een beetje tegenhouden. Het restaurant voor een kopje koffie met iets Noors, lonkte van verre. Mijn rechterbeen begon te haperen en mijn prothese zuchtte als het ware: krakend….. De koffie en een sandwich deden ons zeer goed. De souvenirwinkel lieten we niet links liggen en daarna aanvaardden we de mooie terugtocht langs het fjord landinwaarts.